Na een reisdag, wijn we nu in Kennecott. Dit is een verlaten dorpje waar vroeger kopermijnen lagen. Er ligt nu 1 hotelletje, en er wat huisjes. De mijn zelf is te bezichtigen onder begeleiding. Het is een hele toer om hier te komen, 100km over een gravelweg, en dan auto parkeren bij een rivier, en dan over een brug lopen, en dan nog 4 km met een busje.
We hebben er 5 uur over gedaan.
We zijn in de middag naar een gletsjer gelopen, dit was 5 km lopen totaal. Daarna kregen we avondeten, en we moesten eten wat de pot schaft samen met nog 15 andere toeristen die hier zijn. Het was vis, met salade en rijst en ijs na. Heel lekker!
Daarna hebben we nog wat biertjes gedronken met een amerikaans stel. Hij was tandarts en zijn schooljuf. Er gelachen, we hebben hun uitgelegd waar we woonden en wat een frikandel is. En vooral een frikandel speciaal. Ze vonden het erg interessant allemaal. Ze waren ook erg verontwaardigt over de benzine prijzen bij ons, want hier is de benzine de helft goedkoper.
Foto: De Kennicot Mijn: Geopend in 1903, deze mijn was een kopermijn en een klein beetje zilve werd ook gevonden. In 1938, is de mijn gesloten en de mijnwerkers hebben de mijn en het dorpje verlaten en het ligt er nu nog bij zoals het toen verlaten is. Dit is wat ze noemen een ''ghosttown" (spookstad).